Kunnen er epilepsieaanvallen optreden na een CVA?

Interview met prof. Nicolas Gaspard, directeur van de dienst Neurologie van het H.U.B

Wanneer iemand een CVA krijgt, zijn de eerste prioriteiten overleven, herstel en revalidatie. Maar weken of maanden later krijgen sommige patiënten te maken met iets onverwachts: epilepsieaanvallen, ook al hebben ze er nog nooit eerder gehad. Dat kan de patiënten verrassen, tot grote bezorgdheid leiden en soms verkeerd geïnterpreteerd worden. Dit artikel helpt u begrijpen wat er aan de hand is, zonder het te dramatiseren.

1. Waarom kan na een CVA een epilepsieaanval optreden?

Na een CVA blijft er een klein litteken achter op de hersenen. Bij ongeveer 1 op de 10 patiënten wordt dat litteken een epilepsiehaard. De epilepsieaanvallen hebben niets te maken met de eventuele aanvallen op de dag van het CVA: die werden veroorzaakt door het acute accident, terwijl epilepsie een ziekte is die zich in de loop van de tijd ontwikkelt.

"Het is niet ongewoon dat dit gebeurt, vooral wanneer het een zwaar CVA of een hersenbloeding was", aldus prof. Gaspard.

2. Wat als de persoon al epilepsie had?

"Dat komt veel minder vaak voor. Een CVA verandert de aard van de bestaande epilepsie meestal niet. Belangrijk om te weten is wel dat epilepsie van vasculaire oorsprong (te maken met de bloedvaten) vaak optreedt bij mensen boven de 65", zegt prof. Gaspard.

Met andere woorden, als een oudere persoon plots epilepsieaanvallen krijgt, kan dat een teken zijn dat hij of zij risico loopt op een CVA. De artsen nemen dan strenge preventiemaatregelen, alsof de patiënt een eerste CVA achter de rug heeft.

3. Wat zijn de waarschuwingssignalen na een CVA?

Epilepsieaanvallen kunnen heel verschillende vormen aannemen. Het is niet altijd de klassieke aanval met stuiptrekkingen. Raadpleeg meteen een arts in geval van:

• bewustzijnsverlies, zelfs kort;
• onvrijwillig schudden;
• een plots spraakprobleem.

Die symptomen kunnen lijken op een nieuw CVA, zodat de twijfel nog gegronder is. Bel in geval van twijfel 112 of de Stroke Unit van het H.U.B.

4. Hoe wordt de diagnose gesteld?

Meestal helpt het verhaal van de patiënt of zijn naasten nog het meest. Een hersenfilmpje (elektro-encefalogram – EEG) kan afwijkingen laten zien, maar geeft niet altijd uitsluitsel.

"Ongeacht het resultaat zullen de artsen zich vooral baseren op wat u beschrijft", benadrukt prof. Gaspard.

5. Doeltreffende behandelingen

Het goede nieuws is dat post-CVA epilepsie heel goed reageert op de behandelingen: de overgrote meerderheid van de patiënten wordt aanvalsvrij met de juiste medicatie. De artsen kiezen de behandeling in functie van:

• de leeftijd;
• geheugen en aandacht (sommige geneesmiddelen kunnen daar een impact op hebben);
• andere behandelingen.

6. Wat kunt u doen om het risico op nieuwe aanvallen te verminderen?

Deze eenvoudige tips kunnen echt een verschil maken:

• neem uw behandeling elke dag;
• gebruik een pillendoosje of een alarm of vraag iemand in uw omgeving om hulp als u het moeilijk vindt om consistent uw behandeling te nemen;
• zorg dat u op regelmatige uren en goed slaapt;
• beperk uw alcoholconsumptie;
• vertel uw arts over alle nieuwe geneesmiddelen die u neemt, want sommige geneesmiddelen kunnen aanvallen stimuleren.