Ergotherapeuten: een expertise in volle ontwikkeling

Ergotherapie, lange tijd op zoek naar haar identiteit, manifesteert zich vandaag als een onmisbare discipline. Tussen de groeiende wetenschappelijke onderzoeksactiviteiten, nieuwe technologieën en de toenemende behoeften van de bevolking, beschikken ergotherapeuten nu over alle middelen om hun expertise te bevestigen. Lees meer

“De bezigheid” als unieke signatuur

Interview met Marie-Astrid Rubens, Ergotherapeut bij het H.U.B

Eten, zich aankleden, werken, sociale contacten onderhouden of zich gewoon ontspannen... Deze dagelijkse activiteiten, die in de ergotherapie “bezigheden” (occupations) worden genoemd, staan centraal in de praktijk en de zorg voor patiënten.

“Ergotherapie heeft lange tijd geleden onder een identiteitsgebrek. We moesten onze plaats vinden binnen het paramedische landschap, vaak op het kruispunt van verschillende disciplines. Vandaag kunnen we, dankzij wetenschappelijk onderzoek en ervaringen uit het veld, met zekerheid stellen dat wat ergotherapie onderscheidt van andere paramedische beroepen, de focus op de bezigheid is.”

Een sleutelrol in het zorgtraject

De ergotherapeut komt tussen wanneer iemand moeilijkheden ervaart in zijn activiteiten of sociale rollen.

Zijn of haar werk bestaat erin de capaciteiten, behoeften en motivatie van de patiënt te evalueren, de dagelijkse activiteiten en omgeving te analyseren en vervolgens een ergotherapeutische diagnose te stellen. Het doel: het behouden, herstellen of mogelijk maken van bezigheden, maar ook het voorkomen of verminderen van handicapsituaties.

In het ziekenhuis is de rol veelzijdig: evaluatie, revalidatie, heraanpassing, therapeutische educatie, re-integratie. 

“De ergotherapeut kan technische hulpmiddelen voorschrijven, aanpassingen aan de omgeving of werkplek aanbevelen, of ondersteunende technologieën introduceren,”

Het effect is meetbaar: bij sommige patiënten die een beroerte (CVA) hebben gehad, tonen studies aan dat een vroege ergotherapeutische interventie een sneller herstel van autonomie en onafhankelijkheid bevordert.

De ergotherapeut is actief in pediatrie, psychiatrie, oncologie en de eerstelijns- of gemeenschapsgezondheid. 

“Ons werkveld is bijzonder divers: van de oudere persoon die ondanks verlies van zelfstandigheid thuis wil blijven wonen, tot het kind met aandachtsproblemen op school, of de volwassene met burn-out die opnieuw aan het werk wil — de ergotherapeut kan oplossingen bieden.”

Maar ergotherapie gaat verder dan de muren van het ziekenhuis: scholen, gemeenschapscentra, bedrijven, rusthuizen of gemeenten doen een beroep op deze expertise om in te spelen op specifieke behoeften. 

“Door patiënten te helpen hun bezigheden en sociale rollen te hervatten, dragen we ook bij aan de maatschappelijke dynamiek”.

Nieuwe technologieën en de bezigheidswetenschap: hefbomen voor de toekomst

Het beroep evolueert mee met de samenleving. Nieuwe technologieën openen ongeziene perspectieven. Tele-revalidatie, virtuele realiteit en slimme apparaten maken het mogelijk om leefomgevingen te simuleren en de reacties van de patiënt te analyseren in realistische omstandigheden. 

“We kunnen bijvoorbeeld observeren hoe een patiënt een huishoudelijke taak uitvoert in een virtuele omgeving die wordt verstoord door een telefoon die rinkelt of een onverwacht bezoek. Dat verrijkt onze analyse enorm.”

Demografische uitdagingen — vergrijzing van de bevolking, toename van chronische ziekten zoals kanker — versterken de nood aan een op bezigheden gerichte benadering. In de oncologie wordt ergotherapie nu erkend als een sleuteldiscipline om patiënten te ondersteunen bij het uitvoeren van hun activiteiten ondanks hun behandelingen.

Onderzoek binnen de bezigheidswetenschappen versterkt deze praktijk. Wat vroeger als theoretisch werd gezien, beschikt nu over steeds meer empirisch bewijs van de relatie tussen bezigheid, gezondheid en welzijn — een belangrijke troef om de legitimiteit van het beroep te verstevigen.

“De groei van de bezigheidswetenschappen vormt een essentiële wetenschappelijke basis om de ergotherapeutische expertise te onderbouwen en de positie van ergotherapeuten binnen multidisciplinaire teams te versterken.”

Het voorbeeld van het H.U.B.: opleiding, onderzoek en kennisdeling

Met een dertigtal ergotherapeuten verspreid over de verschillende campussen, illustreert het H.U.B. deze dynamiek. Het team hanteert een op bezigheden gerichte praktijk en zet sterk in op permanente vorming en onderwijs. De organisatie van het congres Ergothérapie Tous Azimuts in november past in deze visie.

“We willen ergotherapeuten aanmoedigen om hun leiderschap, assertiviteit en voortrekkersrol binnen zorgteams te ontwikkelen. Op termijn willen we, als leden van een groot academisch ziekenhuis, ook bijdragen aan wetenschappelijk onderzoek om kennis te genereren en de praktijk en zorgverlening te verbeteren.”

Een zinvol beroep, maar onder druk

Een patiënt helpen zijn zelfstandigheid terug te winnen, opnieuw aan het werk te gaan of een sociaal leven op te bouwen: de concrete impact van het beroep is een sterke motivatiebron. 

“Het is een beroep waarin je echt het verschil ziet dat je maakt in het leven van patiënten. Of het nu gaat om iemand te helpen zich te wassen, te koken, weer aan het werk te gaan of een sociale rol te hervinden — de ergotherapeut draagt rechtstreeks bij aan de autonomie en inclusie van de mensen die hij of zij begeleidt.”

Maar het beroep kampt nog steeds met een gebrek aan zichtbaarheid en professionals. Een paradox, op een moment dat de nood eraan toeneemt. 

“Zoals vele diensten ondervinden we de laatste jaren een tekort aan ergotherapeuten, wat de aanwerving bemoeilijkt.”

Ze herinnert eraan dat ergotherapie een zeer gevarieerde discipline is, waarvan de rijkdom aan praktijken profielen aantrekt die geïnteresseerd zijn in de fysieke, cognitieve, psychische of sociale dimensies van het beroep.